Toen ze klaar was met zijn been verbinden, liet ze haarzelf toe om diegene even aan te kijken. Namen, wist ze allemaal lang niet, maar aan het gezicht wist ze meestal wel te herinneren wie of wat het ongeveer was. Al zag je onmiddellijk dat haar wenkbrauwen gingen fronzen toen ze hem aankeek. Apollo. Waarom in hemelsnaam zou een zoon van Apollo onmiddellijk naar de ziekenboeg komen? Die konden zichzelf immers helen. Ze had dan ook bijna haar mond open gedaan om dit te gaan vragen, maar ze bedacht zich. Het waren haar zaken niet waarom hij hier kwam. Zij moest alleen maar helen. "Het is klaar." Zei ze daarom alleen maar, waarna ze haar handen afveegde aan een doek. Eigenlijk zou ze op zich best wel mee willen doen met vechten. Echt? Wou ze hier dan ook belanden? Dat niet bepaald, maar meer gewoon dat ze het leerde. Iedereen die hier kwam leerde vechten, dat was de reden dat ze hier kwamen. Maar Elizan was koppig en stug geweest, - en stiekem op een jonge leeftijd veels te bang geweest om te vechten - waardoor ze in de ziekenboeg terecht kwam.